EPITAPHS OF AFTERWARDNESS

EPITAPHS OF AFTERWARDSNESS
Machaut - Bach - Kurtag - Ligeti

Music dies at birth, Leonardo da Vinci mused, trying to demonstrate its inferiority to the eternal existence of a visual artwork. Music has always been decomposition, sounding decomposition.
This program is an attempt to create a dialectical resonance between two composers miles apart: Machaut and Kurtág. Rather than restoring Machaut to its so-called originality, our performance explores the subjectivity of the work itself by alternating and confronting it with works by György Kurtág, one of today's most important composers.
The listener is invited to answer the question that the performers ask themselves along with the work: what happens to a 14th-century composition of Machaut's caliber when it is set amidst several other carefully selected musical epitaphs, from the 18th, 19th and 20th century? What is the role of the Nachleben, or afterlife? And how does the performers change their own commitment and investment in resonance with the other works? What does it mean if musical works are primarily epitaphs of their own demise? And how can this incessant demise be inscribed in the performance itself, being preserved as listening experience?

*
Muziek sterft bij geboorte, mijmerde Leonardo da Vinci, waarmee hij haar minderwaardigheid probeerde aan te tonen tegenover het eeuwige bestaan van een visueel kunstwerk. Muziek is altijd al ontbinding, klinkende ontbinding.
Dit programma is een poging een dialectische resonantie tot stand te brengen tussen twee mijlenver van elkaar verwijderde componisten: Machaut en Kurtág. In plaats van Machaut in zijn zogenaamde oorspronkelijkheid te herstellen onderzoekt onze uitvoering de subjectiviteit van het werk zelf door het te alterneren en te confronteren met werken van György Kurtág, een van de belangrijkste componisten van nu.
Wat gebeurt er met een 14de eeuwse compositie van het kaliber van Machaut als ze wordt opgesteld te midden van enkele andere, minutieus geselecteerde muzikale epitaven, uit de 18de, 19de en 20ste eeuw? Wat is de rol van het Nachleben, of afterlife? En hoe verandert de uitvoerders hun eigen geëngageerdheid en investering in resonantie met de andere werken? Wat betekent het voor de luisteraar als muzikale werken op de eerste plaats epitaven zijn van hun eigen ondergang? En hoe kan dit onophoudelijk “ten onder gaan” ingeschreven worden in de uitvoering zelf, en behouden blijven als luisterervaring?  

with:
Florencia Menconi, sopraan
Andrew Hallock, contratenor
Albert Riera, tenor
Andrés Miravete, tenor
Tomàs Maxé, bariton
Arnout Malfliet, bas

Jan Michiels, vleugelpiano & buffetpiano     Björn Schmelzer, artistieke leiding